In gesprek
Diep geraakt. Haar zo zorgvuldig gekozen woorden, het ritmisch met woorden uitbouwen van een doordachte kijk op haar zelf, binnenstebuiten gekieperd, de wereld ín. Zoals de wereld ook haar intieme wereld is.
De openbaring van wat we een rijkgeschakeerde binnenwereld noemen. Dat zoveel verder gaat dan met twee woorden vast te leggen is, dat ontkaderd van talige gewoontes een innemend woordspel beleeft. Op zoek naar een unieke, verbonden identiteit, maar nooit te ongenuanceerd om aan eén label, een imago of blinde vlek te hechten. Koorddansend toont zij met haar woorden dimensies van beleving die doorgaans onbelicht blijven.
Deze zoektocht, dit eigenlijke, ópen onderzoek, verwordt met een spiegelend wederwezen tot een levenskunstig, vitaliserend spel. Een rijkdom aan betekenisgevingsprocessen bevrijdt zich in dit gesprek. Betekenisgeving die we gerust hoogbegaafd noemen. Met de kortwoorderige duiding omvatten we bij lange na niet de diepte, breedte en scherpte van haar voel -, verbeeld - en denkbewustzijn.
Ze is openhartig en laat mij meekijken in haar zingeving. Ik mag met haar zin léven. In dit gesprek. De buitenwereld valt weg opdat we deze opnieuw en heler tegemoet kunnen treden, van binnenuit, er iets meer één mee kunnen zijn nu dat we niet alleen blijken te zijn. Binnen en buiten lijken achterhaalde begrippen nu de omgeving prima past, intuïtie is weer een eerlijke raadgever.
Ik ben weliswaar op een tactvolle wijze op mijn hoede. Voel, ook uit eigen ervaring, hoe indrukopwekkend fijngevoelig deze ontmoeting is. Hoe nabij de opgeslagen herinneringen aan kwetsingen, aan onvolmaakt begrip, opgetrokken wenkbrauwen, uitgebleven reactie, ondermijnende versimpeling, ruwe afwijzing en aan het ophokken van wat juist psychologische vrijheid behoeft. Hoe gevoelig dichtbij de herinnering aan het niet begaafd vervullen van de oh zo menselijke behoefte aan hechting, connectie, intimiteit. Liefde.
Ze beschrijft wat er zoal in haar omgaat in wisselwerking met ver doordringende omgevingsprikkels. Duizelingwekkend veel betekenissen die ze ordent door alle divergenties op eén concept te convergeren - ze dirigeert met haar handgebaren het proces. Ze put een metafoor zo indrukwekkend ver uit dat het beeld stuit op zingeving die niemand nog had voorzien. Zwijgen is dan ook een gebruikelijke repliek.
Haar ogen lichten op als ze vertelt hoe het voelt als ze dan eindelijk uitgedaagd wordt - intens mag zijn in alle lagen van haar mens zijn. Ik beweeg met haar mee, laat mijn woordenstroom ongefilterd doch sensitief gewogen gaan, afgestemd op wat ik meen te zien onderwijl we haar innerlijke landschap rondgaan, nu aan de hand van 'mijn' bewustzijn.
We knikken bedachtzaam, lachen ontladend. Het bevreemdende is niet meer sociaal vervreemdend. We zijn verhoogd, nu minder neurotisch en zelfs mild zelfbewust omdat we in dit gesprek het anders-zijn warmhartig vieren. Vieren, omdat het nu de gewoonste zaak van de wereld is. Middels ingetogen getuigenissen van elkaars schoonheid, de subtiele uitnodiging telkens door te gaan op een thema dat overduidelijk enthousiasmeert.
Maar. We mogen niet voorbijgaan aan de eenzaamheid die er ook is. De vele keren dat de intensiteit en complexiteit werd gereduceerd tot een bevroren denkbeeld van een andermens. Waarmee de medemenselijkheid uit het oog verloren werd, nimmer herkend werd, terwijl dat toch de stille intentie van de begeleiding, de vriendschap, zelfs de familie-ontmoeting was. Ik luister, knik, zucht zachtjes, zwijg ongedwongen. Ik raak ook ontroerd. Geef aan dat het eenzaam moet zijn zo'n immense binnenwereld niet te kunnen delen, zelfs zo vaak op onbegrip te stuiten. Begripsvermogen: zo'n fundament van wie ze is of toch hoe ze zichzelf als autonoom identificeert. Haar schat aan indrukken niet onbekommerd toe te kunnen vertrouwen aan een medemens; wat een verlies ook voor haar omgeving.
Tranen wellen. Ze prikkelen onder de oppervlakte van de woorden die met uiterste precisie, zelfs onbewust bekwaam gekozen worden. Woorden met het gewicht van immens mature levenservaring, vroegkinderlijk gefrustreerd.
Het zijn tevens tranen vol van jeugdige levensenergie, die ze aanwenden wilt, die ze extravert wens te maken, maar toch ook altijd remt opdat de impact op de ander niet te groot is, haar bestaan voor de ander te ontregelend, ontwrichtend, onvoorspelbaar doortastend.
Ik reguleer, we co-reguleren. We zijn hier en nu en ontmoeten elkaar in de talige veelvoud die we allebei met zinderend gemak leven, elkaar toestemming gevend simpelweg en zoekend mens te zijn. Buitengewoon mens, omdat het gewone nu een gegeven is. Uitgesproken diermens, berustend in de behoeften die er zijn, van veiligheid tot groei aan toe.
Taal, concepten, symboliek. De levenskunst om hier buitengewoon goed mee uit de voeten te kunnen. Maar ook de tragiek: taal is van iedereen en daarin vooral een automatisme, een uitgeholde gewoonte en een gestolde levensvorm van levensenergie die even belast als begeesterd is met duizenden jaren traditie, traditie die doorwerkt maar veelal onbewust blijft. Hoe intens de uitdaging om juist in de taal je vrijheid en identiteit te vinden. Intens uitdagend, ik vertrouw; precies wat haar past.
Zij is complex en intens en wenst, stel ik me invoelend voor, in deze oneindige heelheid ook integer door anderen benaderd te worden - maar zal dit verwoorden als een autonome keuze om op basis van haar waarden rekening te houden met hoe haar presentie door een ander ervaren wordt. Uitzonderlijke empathie, onvervulde zelfliefde. Ik herinner mij weer en luid en duidelijk waarom ik met ziel en zaligheid deze prachtige personen begeleid in hun ontwikkelingen. Hen met míjn intensiteit uitnodigen wil werkelijk en met hun gehele zijn te leven. Dat mag, kan. Het universum is groot genoeg. Dij uit, alsjeblieft dij uit!
Ooit werd haar integriteit geschonden, verloor zij contact met fundamentele lagen van haar menszijn, poogde ze zich ternauwernood aan te passen, at schrijnend weinig en zei steeds minder van waarde. Stoornissen werden op haar afgewezen lichaam geprojecteerd, zij trok zich terug in haar denkwereld, waar niemand haar kon vinden. 'Wat is wijsheid?' ging daar 'loopend' rond, de vraag werd niet correct verstaan en gevoelens kregen geen kans een waardige plek te verwerven in en om haar heen.
In de toenemende, drukkende, bedwelmende vereenzaming die hierop volgde, vond ze gaandeweg de gelaagde, complexiteit-liefhebbende weg terug naar háar zelf. Naar buiten toe zei ze wat men hoorde willen, van binnen zocht ze door een mistige chaos aan betekenisgeving, hervond wat nu dan complex mag heten maar in talloze associates uit-eén-valt en zo mateloos blijft boeien, doet opbloeien. Creatieve evolutie.
Deze weg, schrijnend en schoon in één, hoeft niet geromantiseerd te worden, maar ook niet miskend als waardig.
Dit mens en deze mens, de begaafde, sensitieve en extra intense mens, wil net als ieder ander afdoende van zichzelf in de wereld terugzien om bevestigd te worden in bestaansrecht. Bevestiging in het hebben van een meerstemmige stem, in het zijn van wie je veelzijdig bent. Voór en voorbij de censuur, ver voorbij de stellige duiding van het individu door de norm, het horen en het verinnerlijkte moeten.
Beste, niet zelden in het verdomhoekje geplaatste maatschappij, laten we voor de gehele begaafde persoon de ontwikkelruimte faciliteren zichzelf te herkennen in onze samenleving. Al was het maar door de duidingsdrang en de normzucht bewust te ontspannen, leeg te houden en vrij te laten voor het onverwachte, het ándere, de diversiteit binnen de diversiteit. Al was het maar door voorbij botte stereotypering juist herkenning tussen gelijkgolvende neurodiversen te faciliteren, op hun autonoom-geleide groeiproces te vertrouwen en de bronnen en open doch kundige feedback aan te wenden die hen van teen tot transcendentie harmonieus passievol stemmen. Dat leidt hen weer naár de maatschappij toe; dat brengt hen namelijk in verbinding.
Dat is integer, dat is juist, dat herstelt miskenning en wortelt de ervaring van geestelijke en lichamelijke integriteit. Dat heelt. Dat valideert de heelheid die er complex, intens en integer altijd al was. Dat herlevendigt de gedrevenheid die de drieslag kwaliteiten van de begaafde psyche extravert typeert. De begaafde, complexe, intense en gedreven mens. Prikkelbaar mooi, prikkelend mooi. Met een verlangen deze, nee ónze wereld mooier te maken, ongebreideld te exploreren en wat daar gevonden wordt gul terug te geven, in vormen vooralsnog ongekend. Zo maken zij dankzij hun groeikrachtige anders zijn een schijnend, schitterend verschil.