Waarde(n)

Ik kijk naar de éen van de eerste foto’s die meer dan elf jaar geleden gemaakt zijn om visuele kracht bij de start van ondernemerschap bij te zetten. Naast het perzikhuidje en de volle coup ;-) vallen vooral de wijde handgebaren mij op. Ik lees er de vrijheid in die ik in den beginne sterk ervoer. In de vorm van te ontwaren potentieel, groeikansen, exploratielust. De vrijheid was een contrastervaring met onderwijs waar ik nèt voor ondernemerschap klaar mee was. De vrijheidsbeleving had er ook mee te maken dat ik bij de start van het ondernemen, dit proces niet zozeer ervoer als 'ondernemen' in economische zin. Ik begon met heel weinig, mijn referentiekader was in financiële zin vrijwel onbepaald, ik had minder verantwoordelijkheden. In de samenwerking was het destijds vooral de vraag hóe we de workshops wilden vormgeven, wat zou kloppen naar onze waarden en ieders groeiproces. De workshops vonden plaats in antikraakpanden, ik denk er met een gemoedelijke glimlach aan terug.

Gaandeweg de ontwikkeling van A Lot of Complexity is er meer een onderneming gegroeid. Daarbij gaat het nog steeds over menselijke waarden en groeiprocessen. Tegelijkertijd ervaar ik in mezelf een grotere, ook maatschappelijk geconditioneerde neiging om de nadruk te leggen op verdiensten in plaats van diensten, op regels in plaats van contact, op voorspelbaarheid in plaats van wendbaarheid. Deels is dat nodig om veiligheidsbehoeften te vervullen, deels leidt deze ook door dominante, culturele scripts gevoede focus op inkomsten af van kwaliteit, contact en keuzes die passen bij en volgen uit niet in geld uit te drukken groeiprocessen.

Eens in de zoveel tijd creëer ik ruimte om hierover in gesprek te gaan met mezelf en anderen: waarvoor doe ik dit en is de vormgeving van mijn bedrijfswerkzaamheden hier trouw aan? Welke motivaties laat ik leidend zijn? Dit gesprek voer ik momenteel weer, introspectie en dialogen gaan dan bijvoorbeeld over de vraag hoeveel procent van inkomsten geschonken kan worden aan hen die het harder nodig hebben voor hun welzijn, welke noden er uit de tijdsgeest blijken en in welke staat van zijn ik het meest open, oprecht en groeizaam contact kan maken met hen die ik al ondernemend tref. Vragen gaan ook over: wat heb ik nou werkelijk nodig? Hoe ga ik om met onzekerheid?

Het raakt ook aan vragen die opborrelen bij het maken van kunst. Levenskunst en kunst lijken verdacht veel op elkaar . Bij het maken van 'Intens mens' is de gedachte - de beweging - weleens bij mij opgekomen om het boek weg te geven. Dit hangt samen met hoe een deel van het creatieve proces voelt: als een 'gift', iets dat binnen randvoorwaarden in mij opborrelt, niet iets dat ik kan eisen en zeker niet iets dat volledig maakbaar is. Een gift ontvang je en geef je door. Ik heb er uiteindelijk voor gekozen mijn auteurschap geldelijk te ondersteunen (de bundel te verkopen), ook zodat ik gaandeweg andere auteurs kan faciliteren bij hun publicaties. En, wie weet, in de toekomst ooit schrijvend voldoende verdien voor vervulling van veiligheidsbehoeftes waarin niet het ondervangen van 'alle' onzekerheid leidend is. Dat 'Intens mens' gekocht wordt draagt bij aan gevoelens van zelfvertrouwen. Dat vind ik mooi, dat roept dankbaarheid op over de waardering én dit vind ik soms lastig, want dan voelt mijn gevoelsleven toch ook weer 'ge-economiseerd'. Oftewel, dit is een complex, precair en niet zomaar opgehelderd proces dat gaat over langdurige ontwikkeling in hoe we sociale werelden en dus ook binnenwerelden hebben vormgegeven.

Het blijft van gevoelsbelang om de dimensie van een ‘gift’ in het creatieve proces en het maken van een kunstwerk te blijven aanvoelen en koesteren als zodanig. Zodat, in mijn geval, de woorden die mij spreekwoordelijk invallen een plek op ongemoeid papier vinden. Papier dat niet gaat over de economische waarde ervan, maar over de spirituele, culturele en emotionele waarde:

‘My concern is the gift we long for, the gift that, when it comes, speaks commandingly to the soul and irresistibly moves us’ – Lewis Hyde

Lezers van ‘Intens mens’spiegelen precies dit en dat koesteren gaat gelijk op met het honoreren van aspecten van een creatief proces die geen weerklank vinden in productiviteit en prijzen:

"Ik las Intens mens en was van m'n sokken geblazen. Het boek is niet alleen prachtig geschreven, sommige stukken zijn zo sprekend dat ik het bijna niet kan geloven. Ik zag dit als een stiekem cadeau aan mezelf, maar het is zoveel meer. Lotte en ik kennen elkaar niet, maar toch heb ik het gevoel van wel. Haar manier van delen is pure balsem voor de ziel (Saskia van Laere)."

“Mooie, magische mijmeringen. Lotte van Lith laat in Intens mens speelse associaties dansen met diepe menselijke wijsheid en inzichten. Een cadeau om telkens weer naar terug te gaan en iets nieuws te vinden (Tessa Roseboom).”

In de schrijfmodule “We’ve got new stories to tell” komen we tegen dat deelnemers worstelen met de vraag in hoeverre het schrijven wel nuttig is. Het antwoord is niet in geld uit te drukken en waar leidt het toe? Deze vraag wordt ook ge’primed’ door dominante maatschappelijke narratieven en praktijken. In de module hoop ik een alternatief narratief te faciliteren en daarmee het vrijuit creëren van deelnemers te stimuleren. In het vrijuit creëren ontstaan mogelijk nieuwe culturele beelden en culturen. Ondertussen denk ik na over de vraag of mijn volgende boek een e-book mag zijn. Waarom?

Omdat ook de ecologische waarde van papier ertoe doet.

Previous
Previous

Hooggespannen moed

Next
Next

Een meisje van diepte